Het oudste Jackblock gebouw van Nederland stond jaren te verpieteren. IBB Kondor en MEI toveren de introverte kantoortoren om tot een woongebouw met een compleet glazen gevel die zich ruimschoots heeft bewezen op cruise-schepen.
Het was een van de spectaculairste voorbeelden van de industrialisatie van de bouw uit de wederopbouwperiode. Menig wandeling op zondagmiddag in Rijswijk halverwege de jaren ’60 ging langs de bouwput van gebouw M. Met open mond keken families hoe gebouw M de week daarvoor weer een stukje was gegroeid. Niet door er met hulp van een kraan een laag bovenop te zetten, maar juist een verdieping aan de onderkant te plaatsen om vervolgens de hele constructie omhoog te krikken met bijna tweehonderd vijzels in de kelder. De dakverdieping inclusief alle installaties ging als eerste de lucht in om uiteindelijk te eindigen als 17e verdieping. Het was letterlijk de wereld op zijn kop. Het wonder van moderniteit kreeg nog extra kleur toen kort na oplevering de eerste vrouwelijke minister van Nederland haar intrek nam in het pand: Marga Klompé.
Die vliegende start kon niet verhinderen dat het gebouw na een paar decennia in een moeizame levensfase terecht kwam. Zoals wel meer kantoren van die generatie. Nadat het ministerie van Cultuur was vertrokken, trok de belastingdienst erin en daarna stond het pand jarenlang leeg. Zelfs het woord ‘sloop’ was geen taboe in de discussie over een nieuwe toekomst voor het sleetse gebouw.
Maar inmiddels gloort er weer hoop voor het oudste Jackblock gebouw van Nederland. Onder de nieuwe naam De Generaal, maken ontwikkelaar Aertgeerts, aannemer IBB Kondor en MEI Architecten er een woongebouw van. Dit keer wel met gebruik van een torenkraan. De aannemer werkt ook gewoon van onderen naar boven. De woningen op de eerste verdieping zijn inmiddels het verst gevorderd, de bovenste verdieping verkeert nog in originele staat. Daar gaat sloper Beelen binnenkort de gevel en betonnen borstweringen wegbreken. En dat wordt nog best spannend, weet hoofduitvoerder Patrick van Es. Want veel ruimte om het gebied rondom de bouwput af te zetten is er niet. De bezoekers van winkelcentrum De Boogaard aan de voet van de toren mogen zo min mogelijk overlast ondervinden.
De transformatie is begonnen met het opdikken van het pand, maakt Robert Platje van Mei-architecten duidelijk. Die ruimte was er, aangezien de kelder een grotere omtrek had dan het gebouw zelf. De benodigde extra kolommen kunnen afsteunen op de kelderwand, zonder noodzaak van extra funderingspalen. De constructie die zo ontstond had zelfs nog overcapaciteit om balkons te monteren aan de kopgevels, zodat elk toekomstig appartement een buitenruimte krijgt. “Bij nieuwbouw is dat verplicht, maar bij transformatie niet. Maar een royaal balkon of een loggia geeft onmiskenbaar extra kwaliteit aan een woongebouw”.
In de nieuwe situatie zijn de twee langsgevels elk drie meter naar buiten verplaatst, terwijl op de kopse kanten ruimte is voor een meter extra. Daarmee ontstaat plek voor in totaal 200 woningen. Gemiddeld twaalf op elke verdieping.
Die woningen krijgen verdiepingshoge glazen gevels, waardoor de uitstraling van het pand radicaal verandert en in weinig meer doet denken aan een jaren ’60 gebouw, inclusief alle bekende kwalen. Alleen de vloeren worden aan het oog onttrokken met wit figuurglas. Verder is het een en al transparantie. Platje verzekert dat is nagedacht over de zontoetreding nagedacht en dat de ruiten, afhankelijk van de plek in het gebouw, zijn voorzien van de juiste coatings om zonnewarmte buiten te houden of juist door te laten. In de catalogus van leverancier Metaglas vonden ze profielen waarmee hele grote schuifpuien kunnen worden gemaakt, die horizontaal (bij de balkons) maar ook vertikaal kunnen schuiven. Zo ontstaat er voldoende afwisseling in het gevelbeeld, met maar heel weinig verschillende details. Dat houdt de gevel betaalbaar.
Het systeem is door Metaglas ontwikkeld voor cruiseschepen en voldoet daarom moeiteloos aan strenge wind- en waterdichtheidseisen voor hoogbouw. Ook de kleur van de profielen stemt Platje tevreden. “Het noir-sablé heeft wat structuur en geeft een ruwe staal-achtige uitstraling. Zelfs de afstandhouders van het isolerende dubbelglas, de spacers, zijn zwart uitgevoerd en dat is een detail dat Platje blij stemt. “Spacers zijn immers eigenlijk altijd zilverkleurig. Maar dit geeft, hoe subtiel ook, een andere uitstraling.”
Hoofduitvoerder Van Es van de aannemer wijst op de Isokorven die uit de gevel steken. Deze zomer worden daar de eerste prefab balkonplaten aan gehangen. “Het blijft toch een wonder dat een heel balkon aan die paar draadeinden hangt die de enorme belastingen afdraagt naar de hoofdconstructie.“
Daarna loopt hij naar de gebouwkern, waar hij de blokken laat zien die essentieel waren bij de Jackblock methode en de techniek ook mede zijn naam hebben gegeven. Dat waren zorgvuldig gefabriceerde prefab betonblokken die bij het vijzelen werden geplaatst, zodra de vijzels een complete slag hadden gemaakt en werden teruggetrokken. De ijzeren plaatjes met productiedatum, gemaakt voor de kwaliteitscontrole halverwege de jaren ’60, zitten er nog op. Om ruimte te creeëren om bij de toekomstige woningen te komen zijn hier en daar wel wat rijen blokken weggebroken.
Dat was nog een hele puzzel herinnert Platje zich. Samen met de constructeurs van IMd zijn ze een tijd in de weer geweest om logische plekken te vinden om door de kern te breken, zonder de hoofddraagconsotructie in gevaar te brengen. Vooral onderin het gebouw was het soms een constructief kruip-door-sluip-door nodig om een logische routing te vinden die constructief verantwoord was. Daar bevinden zich immers veel meer blokken die met horizontale voorspanning verankerd zijn.
De Jackblock methode legde de architecten nog wel meer beperkingen op. Zo was er niet altijd voldoende hoogte beschikbaar om deuren van 2,20 m te plaatsen bij de toegang tot de appartementen. Platje: “Voor de regelgeving was dat niet eens zo’n probleem. Sinds de crisis- en herstelwet hoef je bij transformaties niet aan nieuwbouweisen te voldoen, maar volstaan de eisen voor bestaande bouw. Maar we hebben bij De Generaal het uiterste gedaan om waar mogelijk de nieuwbouweisen te halen.“
Door zo streng te zijn voor zichzelf wordt de Generaal volgens de hoofduitvoerder en de architect een kwalitatief hoogwaardig pand. Van Es verwacht het pand vanaf eind van dit jaar in fases op te kunnen leveren en rekent erop dat het gebouw dan weer decennialang meekan. Platje wijst nog op de gebouwtypologie die volgens hem nieuw is voor Rijswijk. “De gemeente kent veel eengezinswoningen, portiek- en galerijflats, maar nog geen loftachtige woningen zoals in De Generaal. We verwachten dat het een nieuw soort community gaat creëren. Dit gaat echt iets toevoegen aan Rijswijk.”
Artikel uit de Cobouw d.d. 2 mei 2019